Mens en milieu 9

add close

Een deel van het gedrag van een dier is erfelijk bepaald. Er is geen ervaring of training voor nodig, alleen de juiste prikkel. Als een jong zoogdier de tepel voelt, zal het gaan drinken. Het is een reflex. Op deze prikkel volgt altijd dit gedrag.

Ook ingewikkelder gedrag kan aangeboren zijn. Een spin hoeft niet te leren hoe hij een web bouwt. Elke vogelsoort bouwt zijn eigen type nest, de vogels hoeven dit niet te leren. Dit gedrag noemen we aangeboren.

Er is ook gedrag dat alleen door ervaring of door training ontstaat. Het gedrag wordt aangeleerd. Er zijn verschillende manieren om te leren. Eén manier is proefondervinderlijk: je leert door te proberen. Een ander manier is leren door imitatie: je leert door iemand na te doen.

add close

Eén afzonderlijke handeling van een dier wordt wel een gedragselement genoemd. Een gedragselement beschrijft zo nauwkeurig mogelijk wat een dier doet. Voorbeelden van gedragselementen zijn: bijten, pikken, lopen, zitten, etcetera.

add close

Sommige gedragingen worden altijd in een vaste volgorde uitgevoerd. Je spreekt dan van een gedragsketen. Een voorbeeld van een gedragsketen is het paringsgedrag van stekelbaarsjes.

Diergedrag Gedragssysteem

Een gedragssysteem is een groep gedragselementen die samen ergens voor zorgen. Voorbeelden van gedragssystemen bij dieren zijn bijvoorbeeld het verkrijgen van voedsel en het verdedigen en verzorgen van de jongen.

Diergedrag is alles wat een dier doet. Gedrag is eten, lopen, het verdedigen van een territorium, maar ook slapen of zitten is gedrag. Elk gedrag heeft een functie. Geen enkel dier doet zomaar iets. 

Gedrag komt vaak tot stand door prikkels uit de omgeving en door motivatie. Motivatie wordt ook wel de inwendige prikkel om te komen tot gedrag genoemd. 

Organen, zoals de darmen, hersenen, longen en het hart hebben hun eigen functie. Maar de werking van de organen behoort niet tot gedrag.