Voorbeeld
Stel: voor een gen voor haarkleur zijn er twee varianten. Variant B zorgt voor bruin haar, variant b zorgt blond haar. De gen voor bruin (B) haar overheerst de gen voor blond (b) haar; de gen voor bruin haar is dominant. De gen voor blond haar is recessief.
Er zijn nu drie mogelijkheden:
• Je erft twee genen voor blond haar bb: je hebt blond haar
• Je erft twee genen voor bruin haar BB: je hebt bruin haar.
• Je erft één gen voor bruin haar en één gen voor blond haar Bb: je hebt bruin haar.
Als je bruin haar heb, kan dat dus betekenen dat:
• je twee dezelfde genen BB hebt; je bent dan homozygoot voor deze eigenschap.
• je twee verschillende genen Bb hebt; je bent dan heterozygoot voor deze eigenschap.