Bevruchting kan plaatsvinden door paring. Bij de paring kruipen mannetjes en vrouwtjes op elkaar. Het mannetje heeft meestal een penis, die hij in het lichaam van het vrouwtje brengt. Het mannetje spuit zijn zaadcellen in het lichaam van het vrouwtje. Daar gaan de zaadcellen dan op zoek naar de eicellen. Omdat het eitje in het lichaam van het vrouwtje wordt bevrucht, noem je dit inwendige bevruchting.
Mens en milieu 4
add close add close Voortplanting bij dieren
Naast inwendige bevruchting bestaat ook uitwendige bevruchting: het eitje wordt buiten het lichaam van het vrouwtje bevrucht. Uitwendige bevruchting vindt bijvoorbeeld plaats bij kikkers en vissen.
Een soort kan alleen maar blijven bestaan als de individuen zich voortplanten.
Sommige diersoorten kunnen zich in hun eentje voortplanten. Dit heet ongeslachtelijke voortplanting.
Een bekend voorbeeld is de zoetwaterpoliep (een holtedier).
Bij ongeslachtelijke voortplanting hebben alle individuen precies dezelfde eigenschappen.
Bij de meeste dieren zijn er voor voortplanting twee geslachten nodig: een mannetje en een vrouwtje.
Het mannetje draagt dan zijn zaadcellen bij en het vrouwtje haar eicellen. Dit heet geslachtelijke voortplanting.